1 A.M.W. As-Vijvers, `Bloemen van betekenis. De interpretatie van de randversiering in Zuid-Nederlandse handschriften rond 1500'. In: De groene middeleeuwen. Duizend jaar gebruik van planten (600-1600). Red. L. IJpelaar & C.A. Chavannes-Mazel. [Eindhoven 2016], p. 248-259, 294-296, afb. Concerns shelfmark 128 G 34 // p. 257 nt. 57 (op p. 296)
2 S. Frequin, `Pleurant of priant. Een iconografisch motief in de middeleeuwse sepulchrale kunst'. In: Graven spreken. Perspectieven op grafcultuur in de middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden. Onder redactie van P. Bitter, V. Bonenkampová, K. Goudriaan. Hilversum 2013, p. 123-136, afb. Concerns shelfmark 128 G 34 // afb. op omslag
3 J.E. Rehnig, Todesmutig. Das siebte Werk der Barmherzigkeit. Düsseldorf 2006. Concerns shelfmark 128 G 34 // afb. 59
4 J.P.J. Brandhorst & K.H. Broekhuijsen-Kruijer, De verluchte handschriften en incunabelen van de Koninklijke Bibliotheek. Een overzicht voorzien van een iconografische index. 's-Gravenhage 1985. Concerns shelfmark 128 G 34 // nr. 443
5 Catalogus codicum manuscriptorum Bibliothecae Regiae. Vol. I: Libri theologici. Hagae Comitum 1922. Concerns shelfmark 128 G 34 // p. 51 nr. 246
|